Wie de schoen past….
Scholen zoeken constant naar verbeteringen en vernieuwingen, om het onderwijs beter aan te laten sluiten bij de leerling. Helaas verloopt zo’n innovatieproces vaak moeizaam. Toch zijn er ook succesvolle cases. In deze blog laten we je zien wat hun aanpak is.
De ‘juiste’ mensen
Scholen innoveren vooral succesvol wanneer zij de ‘juiste’ mensen aan boord hebben. Het vraagt veel van mensen, om het vertrouwde los te laten, de routines overboord te gooien en om vooraf al zeker te weten dat er dingen mis zullen gaan. Veel veranderingen slagen als er een goede reden is om te veranderen; een bepaalde urgentie of een verlangen. Innovaties die dwingend of opgelegd zijn, hebben minder kans van slagen. Dit blijkt uit een onderzoek van Christensen Institute (How school leaders can motivate instructional innovation). Top-down werken geeft maar zelden kans op succes, zelfs als iedereen er hard aan werkt en het een goed en realistisch idee is. Een van de misvattingen die genoemd worden in het onderzoek is; Geloof niet dat, alleen omdat iemand iets MOET doen of ZOU MOETEN doen, dat degene het ook GAAT doen. Mensen gaan hun gewoontes en gedrag pas veranderen als zij hun huidige situatie niet meer goed genoeg vinden of wanneer zij in ieder geval een verlangen hebben naar verbetering. Dat vraagt om een op groei gerichte mindset, waarbij mensen geloven dat veel dingen te veranderen zijn en aangeleerd kunnen worden.
Krachtenveld
bij het samenstellen van een team bij onderwijsinnovaties zijn bepaalde competenties van belang: de best passende mensen zijn vaak enthousiast, creatief, energiek, verkennen strategieën buiten hun comfortzone en testen graag veelbelovende voorbeelden uit. Deze groep noem je ook wel de Early Adaptors. Het zijn mensen met een oriëntatie richting groei en verandering. Niet elke leerkracht heeft deze eigenschappen meteen al of van nature. Het gaat er om dat de innovatie inspeelt op datgene dat zij eigenlijk al willen doen, waar ze iets in zien en energie in willen stoppen (pull-krachten). Of misschien waren er al struikelblokken waardoor er nu echt actie nodig is (push-krachten). In dit krachtenveld van push en pull kunnen mensen uitgedaagd worden om te gaan voor een taak die veel bevrediging kan geven.
Aan het begin is er bij innovatie vaak enthousiasme voor het idee van de gekozen oplossing, maar dan ontstaat er nog wel eens angst voor het onbekende. Dit kan mensen afschrikken om deel te nemen aan een innovatieproces. In het werven van de juiste mensen kun je hier al rekening mee houden en inspelen op een stuk veiligheid, een fijne, heldere werkcultuur en het creëren van prettige omstandigheden. Het krachtenveld van push en pull factoren kan zo, heel gericht ingezet worden bij het werven van het juiste team.
Hoe zet je de push en pull krachten in bij werving?
- Ze zoeken actief naar de beste weg naar verbetering van hun onderwijs.
- Zij zoeken manieren om leerlingen te laten werken en uit te dagen op een manier die te goed managen is.
- Zij ervaren het huidige instructiemodel als ‘niet-meer-werkend’ en zoeken naar een vervangend model waarmee echt elke leerling kan worden bereikt.
- Zij willen graag bijblijven in de nieuwe ontwikkelingen op hun school en in het onderwijs.
Valt de innovatie waarbij jij betrokken bent onder één van deze vier redenen? Bij elke reden zijn er push- en pull-krachten van toepassing. Een voorbeeld: Bij reden 1 is een push bijvoorbeeld slechte leerprestaties bij toetsen of een bestuurder die een leerkracht persoonlijk vraagt om een nieuw programma op te starten. En pull kan zijn om nieuwe ideeën te kunnen uitproberen of om de testscores te willen verbeteren. De push- en pull-krachten raken de leerkracht op het gebied van urgentie of verlangen. Wanneer je deze effectief inzet bij de werving van leerkrachten bij innovaties, spreek je de juiste mensen aan. Vergeet bij de selectie niet om te kijken naar wat de mensen daadwerkelijk laten zien en doen in de praktijk. Mensen zeggen namelijk niet altijd wat ze doen.
Kortom, er komt veel kijken bij innoveren in het onderwijs. Wellicht kun je met behulp van deze tips de ‘Assepoester’ vinden voor jouw innovatieproject.
Responses